Begrippen

Begrippen

Acquitte; De speler die begint speelt met de gele bal van acquit. Hij vangt aan met de acquitstoot (afstoot / beginstoot), d.w.z. de rode bal op de bovenacquit, de witte bal op de benedenacquit en de gele bal op het rechter- of linker-acquit. In deze beginpositie moet de rode bal altijd als eerste met de speelbal worden aangespeeld.
Carambole; Een carambole is het met de speelbal raken van de andere 2 ballen nadat de speelbal in beweging is gebracht door een met de pomerans eenmaal toegebrachte stoot. Een carambole is geldig wanneer alle ballen tot stilstand zijn gekomen en geen fout is gemaakt.
Gele bal; Als gesproken wordt over de gele bal, dan kan dit ook een gemerkte witte bal zijn.
Merktekens; De op de rand van het biljart aangebrachte merktekens (diamonds) zijn de enige toegestane merktekens. Het aanbrengen van andere zichtbare merktekens op de band of omlijsting, zoals het op een bepaalde plaats neerleggen van het biljartkrijtje, is niet toegestaan.
Moyenne; Het moyenne (gemiddelde) wordt berekend door het aantal caramboles te delen door de beurten die nodig zijn om deze caramboles te maken.
Nastoot; In een partij hebben beide spelers recht op een gelijk aantal beurten. Is de speler die van acquit ging als eerste uit dan heeft de tweede speler recht op een gelijkmakende beurt. Deze moet van acquit met de witte bal worden gespeeld.